Adem Cursus Oefening uit bijeenkomst 7

In bijeenkomst 7 bespreken we de relatie van de ademhaling tot verschillende buikorganen en kanker.

Je hebt dan inmiddels geleerd hoe belangrijk zuurstof is voor hart en nieren.

Dat geldt natuurlijk ook voor de andere organen.

Je kunt het vergelijken met een motor van een auto. Die loopt beter op goede benzine dan op slechte, terwijl de motor ook minder vervuilt en minder snel stuk is.

Zo ‘loopt’ een lichaam beter aan de ene kant op voldoende zuurstof en anderzijds op goede (energetische) voeding.

Alkalische voeding voor een groot deel en wat verzurende voeding is prima: gestoomde groente en rauwkost, volkoren producten, geen gist, geen suiker, goede vetten-omega’s en vlees+vis, rauwe melk en rauwe eieren. Alles uiteraard onbewerkt en zo vers mogelijk.

In bijeenkomst 7 lukt het de deelnemer om inmiddels een groot deel van de dag de ademhaling laag te krijgen en houden.

Komt er dan nog wel lucht in de borstkas? Mag dat ook nog bewegen?

Eigenlijk spreekt dit vanzelf, maar omdat het luchtvolume onder in de longen nou eenmaal groter is, valt de adembeweging daar het meeste op. Bij eerdere oefeningen hebben de deelnemers gemerkt dat ook de borstkas in beweging is tijdens het ademen.

Onderstaande oefening is er op gericht om de ruimte in de borstkas beter te leren voelen, ook als de adem laag is.

Voor deze oefening neem je zeker 10 minuten de tijd. Je hoeft de oefening niet dagelijks te herhalen, maar is wel heel geschikt om het gevoel voor adem te ontwikkelen.

Ga lekker liggen op een plek waar je ongestoord even mag zijn.

Laat je meevoeren in de oefening.